zaterdag 26 april 2008

Van de jungle naar de bergen en terug, en nog eens naar de bergen.

Beste mede gringo-wezens en andere rare beesten,

Het is alweer even geleden en hiervoor wil ik mij excusereren.
Waarom? Omdat iedereen wel verdient iets te weten over de spannende avonturen van onze Ilja in dat verre land dat blijkbaar Perú noemt.

Nu, er is weer gigantisch veel gebeurd, en als er veel gebeurd is, is het moeilijk om te weten waar te beginnen. Misschien zal ik beginnen waar het het logischte is om te beginnen, namelijk waar ik geëindigd ben. En dat was in Iquitos.

Awel, daar zijn we dus, alweer al afscheid nemend vertrokken, alweer met pijn in het hart, naar Lima. Met het vliegtuig weliswaar. Na al dat ongemakkelijke reizen, mocht een beetje luxe wel. Was wel weer beseffend hoe zot een vliegtuig wel is. Zo een tocht waar ge normaal een week voor op de boot zit en dan nog eens 24 uur op de bus, deden wij zomaar eventjes in een uurtje. Nuja, van Lima dus direct naar Huancayo na daar een stapje gezet te hebben. In Huancayo zit dus de Wouter aka "el Walter", aka "Woody" aka "el leoncito". Nuja, een belgische lotgenoot dus die daar serieus verliefd is gewordenmop zijn gastzus en nu daar wel mooi zit en hierdoor een klein beetje terecht ni mee wou reizen met ons. Wij daar dus naartoe om hem misschien te overhalen mee te komen. Daar toegekomen, was het wel duidelijk dat dit onbegonnen werk was en dat de liefde ja serieus sterk kan zijn. Spijtig wel.

Huancayo zelf vond ik koud maar wel mooi. De koudte wordt verklaard doordat het in de bergen ligt en de schoonheid eigenlijk ook.
Daar twee trips gedaan, één naar de zoo, ik weet ook niet wat wij dachten, en één naar de sneeuw, geloof het of niet. De zoo was, uiteraard, niet de moeite en het was zelf erg om die arme beestjes in zo een kleine kooitjes te zien. Het was echt wel erg. Er zat daar dus een leeuw in een piepklein kooitje, een vos in een kippenhok en geen mensbeest. Serieuze teleurstelling dus wel. De sneeuw, daarentegen, was dus wel serieus de moeite. De tocht ernaartoe wel lastig, gedeeltelijk omdat het zo hoog was, meer als 4000 meter en gedeeltelijk omdat het serieus steil naar boven ging.
Daar aangekomen iets gedaan wat ik nooit dacht hier te doen, in de sneeuw gespeeld.
Stel u voor, op de amazone varen met een bootje in uw hemdje en drie dagen later in de sneeuw zitten, over een land met uitersten gesproken.

Vandaar, alweer met een beetje hartpijn, het pand moeten verlaten bij gebrek aan tijd en een helse rit naar Cuzco, de hoofdstad der Inca's, ondernomen. Weer een rit van meer als 30 uur, wel met tussenstops, maar toch. Het was ook wel een redelijk bewogen rit moet ik zeggen. Zo was het niet op verharde weg maar door de bergen, op redelijk mini-wegentjes. Wat betekent dat de bus dus heel de tijd trilde en dat het zelfs niet mogelijk was een boek te lezen, laat staan open te slaan.

In Cuzco aangekomen, serieus verbaasd door het aantal gringobeesten. In alle maten en kleuren. Blondharigen, bruinharigen, zwartharigen, roodharigen, dikkerds, dunnerds, lelijkerds en maar weinig interessanterds, mooierds en mooierdessen. Alle nationaliteiten ook, Amerikanen, Britten, Duitsers, veeel Israëlieten (inderdaad vond het ook een beetje raar, doordat ik eigenlijk nog nooit een echte Israëliet ontmoet had, toch geen Israëlitische Israëliet) en geen Belgen. Bij AFS daarentegen zitten er gigantisch veel. Wat ik ook een niet te verklaren fenomeen vind, maar waarom zou ik mij dat afvragen, ik ben zelf Belg (ik hoop alleszins dat ik dat nog ben). Ook serieus verbaasd over het toeristenoord-gehalte van Cuzco en het mooie centrum. En dan nog eens verbaasd (alweer?) door de hoge prijzen van het bezoeken en het gaan en terugkeren van het wereldwonder der wereldwonder, de Machu Picchu.
De prijzen zijn echt wel vreselijk duur, voor gewoon de trein te nemen van Cuzco naar daar is het al meer als 100 euro. Stel u voor in een land als Perú, zo een prijzen. De Peruvianen hebben wel hun eigen prijzen, en terecht, van ongeveer drie euro voor hetzelfde. Het verschil is logischerwijze wel iets te groot en hoe toeristen uitgebuit worden door het grote private treinbedrijf Perurail gaat er wel over vind ik dan. Wij, natuurlijk, niet bereid mee te doen aan zo een louche zaakjes, gingen op zoek naar een alternatieve route, die ook niet de Inca-trail is omdat die nog eens 10 keer duurder is. En natuurlijk hebben we die gevonden.

In de ochtend dus vertrokken naar Ollantaytambo, een mooi stadje dichtbij Cuzco om via daar de trein te nemen die zo goedkoper zou uitkomen. Daar geïnformeerd bij de plaatselijke Ollantaytambo'ers te weten gekomen dat de trein nemen eigenlijk helemaal niet noodzakelijk is. Er moet wel een serieuze omweg genomen worden. Geen probleem voor ons. Het avontuur tegemoet dus. Rond de avond zou er een bus passeren naar Santa Maria onze volgende stop. Die passeerde dus wel degelijk, spijtig genoeg was er geen plaats meer zodat ik mij op de grond moest plaatsen, maar een ramp was het niet, ik ben wel erger gewoon, en om eerlijk te zijn lag ik er eigenlijk wel goed. In Santa María namen we dan om vier uur 's ochtends de bus naar Santa Teresa om vandaaruit naar een treinstation te gaan daar. Daar aangekomen eerst een goed plaatselijk Inca-plateau'tje gegeten en dus vertrokken op weg naar de Machu Picchu.
Te voet, de treinsporen volgend.

En wat voor een tocht, echt prachtig, bijna heel de tijd geen volk, rust, weinig lotgenoten en prachtigissimos bergen. Ook was het daar warm en halve jungle. Wat ik eigenlijk totaal niet wist. Ik dacht dat het daar ijskoud ging zijn en had dus mijn rugzak vol warme pulls gestoken. Na zo drie uur de treinsporen gevolgd te hebben kwamen we dan aan in Aguas Calientes. Het dorpje van de Machu Picchu, met nog een hoger toeristenoord-gehalte als Ibiza. Geloof het of niet. Wij dus direct naar de Machu Picchu, met een bus, die we zo blijkt, weer moesten nemen en die natuurlijk veel te duur was. Maarja, we mogen ook niet gierig zijn, maar het is wel zo dat we door aan zo een dingen toe te geven, de Peruviaanse economie of de Peruviaanse mensen niet echt steunen, maar eerder grote bedrijven steunen die Peruviaanse mensen uitbuiten en in de meeste gevallen niet eens Peruviaans zijn. Bij de Machu Picchu gelukkig maar de halve prijs moeten betalen, door het AFS-studentenkaartje. Leve het AFS-studentenkaartje en de korting die ik hierdoor al veel gekregen heb!
De Machu Picchu zelf was wel serieus de moeite moet ik zeggen... Ik was echt wel verbaasd door de hoogte en de schoonheid van alles. Het gaf ook wel een serieus gevoel van rust vond ik, anyway het was hoe het moet zijn.

Terug in Aguas Calientes, horen we dat er geen trein meer terug is van het dorpje waar we van komen, weer zo een toeristen-in-de-zak-zetten-truukske. En, moe van alles die dag, waren we niet bereid om terug te stappen. Zo waren we dus eigenlijk verplicht ons daar te hospederen en te consumeren. Gelukkig hebben we wel een goedkoop hotelleke gevonden en was er een markt waar het relatief goedkoop was. Tip: als ge naar Perú komt, het eten op de markt is altijd vers, goed en spotgoedkoop. Vooral de menu'kes, 2,5 sol voor een soepke, een gerecht, meestal een stuk vlees of kip met rijst en wat groentjes en een zelfgemaakt limonade'ke. 2,5 sol is dus iets meer als nen halven euro. In Aguas Calientes was het wel 6 sol, maar toch, nog altijd niet veel.

Volgende morgen teruggestapt en weer heel de tour teruggedaan om dan rond 10 uur 's avonds aan te komen in Cuzco. Daar een goed hotelleke gevonden met warm water voor een goeie normale prijs. Warm water! Was ook al een paar maand geleden moet ik zeggen. En deugd dat het deed, manman! Hierna een stapje in de stad Cuzco gezet. En wat voor een teleurstelling dat da was. Een stapje in het uitgaansleven weliswaar, Cuzco zelf is wel prachtig. Nu, een stapje dus. Eerst een lekker Pizza'tje gegeten, echt wel de beste die ik hier al gegeten heb en ook wel goedkoop. Aan te raden..
Nu, het stapje dus. We hebben dus in feite alle gringo-discotheken bezocht van Cuzco, en Gringo-discotheken waren het zeker. Ik waande mij zelfs in België. Geen koppelgedans, geen salsa, merengue, cumbia of reggaeton en geloof het of niet, geen Peruvianen. Die geraakten heel moeilijk binnen. Schandalig vond ik het. In het eigen land mogen er geen bewoners van dat land binnen. Stel u voor, in België. "Nee sorry meneer, ge moogt ni binnen, ge ziet er te Belgisch uit." Zo wat het dus wel degelijk.
Wat het hebben van geld toch kan veranderen aan hoe mensen andere mensen behandelen.
Om triestig van te worden.

Tijd om triestig te worden is er wel niet, want het is tijd om the road te hitten, jack. It's time to move on. Time to leave the blond people behind. Tijd om terug te gaan naar het echte Perú. En dat zullen we dus zo vlug mogelijk doen. Onze volgende stop is dus Juliaca, vanwaar we het Titicaca-meer kunnen bewonderen. Vandaaruit gaan we naar Arequipa en van Arequipa gaan we naar Lima om daar in schoonheid af te sluiten en mijn verjaardag te vieren...

Tot blogs of tot e-mails,

Mr. Traveller

maandag 14 april 2008

De verborgen stad.

Iquitos,
een stad midden in het amazone-woud op vele kilometers van de bewoonde wereld, zeker wel honderd. Een stad waar mensen zich nog dagelijks buiten bevinden. Een stad waar er zich meer moto's en mototaxi's per vierkante meter bevinden dan in een garage vol met moto's. De stad waar ik mij dus nu bevind. En hoe!

Zo zijn we hier dus toegekomen van de boot waar we een vriendelijke half-chinese kerel, Viktor Wong ontmoet hebben, om 3 uur 's nachts. Gelukkig was er slaapplaats doordat onze vriend, Viktor Wong ons een kamer bij zijn familie aanbood. Eerst, een beetje wantrouwend door het avontuur in de jungle, twijfelden we, maar na een tijdje ontstond er wel een soort vriendschap waaruit ook vertrouwen vloeide.

Nu, een paar dagen later, voel ik mij hier zo op mijn gemak dat ik eigenlijk nog wel iets langer zou willen blijven. Zo aangenaam is die gastvrije familie. De opa had een chifa (chinees restaurant) hier in Iquitos, op een plaats waar blijkbaar veel Colombiaanse drugshandelaars toekwamen en omdat die mensen geld hebben, groeide het budget en werd de man geleidelijk aan rijker en rijker. Maar, toen gebeurde het dat hij op een dag zijn geld op de bank zette en dat daarna, in onzekerdere tijden, de directeur van de bank ineens verdwenen was en, hoe zou je zelf zijn, het geld niet liet rotten. Geld weg van meneertje grootvader dus. Daarna heeft hij wel nog kunnen leven, maar niet zo vol weelde als ervoor.
Deze grootvader heeft zich dus een beetje zitten voortplanten en na een beetje en nog een beetje kwam de papa van Viktor Wong, onze chinese vriend, op de wereld.
Deze man heb ik eigenlijk nog niet gezien, maar hij werkt aan de grens met Colombia. Wat hij daar doet, is mij ook een raadsel. Anyway, hij brengt brood op de plank.

Deze man, waarvan ik eigenlijk de naam niet weet was blijkbaar een echte vrouwenzot en heeft dus in het totaal twaalf kindjes gemaakt. Acht bij één vrouw en vier bij andere vrouwen. Bij die acht bevindt Viktor Wong, el chino zich. En bij vier van die acht zitten we nu. En ik moet zeggen, de papa is misschien wel een zatlap en een vrouwenzot, maar het zijn verdomd goede mensen. Mensen zoals het moeten zijn. Ze bieden ons alles aan, tonen ons de stad, geven ons eten en geven alles wat noodzakelijk of minder noodzakelijk is om te overleven. Ook heb ik hier al veel grappige verhalen gehoord, al veel gelachen en begin ik mij hier zelf wat thuis te voelen. Spijtig wel, want morgen zijn we voort. Om dan te denken dat we die mensen misschien nooit meer zullen zien. Maar, wie weet, zien we die wel nog terug. We zitten hier dus nu, in een huis dat eigenlijk niet veel voorstelt, maar wie heeft een schoon huis nodig als het hele dagen schoon weer is, alsof we hier al jaren wonen. Buiten op een stoeltje in het zonneke, als echte latino's, elkaar groetend, naar de meisjes fluitend en niets doend.

Iquitos zelf is wel een beetje een rare stad. Zo heb ik nog niet veel mannen tegengekomen die niet uitgebreid verhalen vertellen over welke vrouw of meestal welk meisje ze nu weer begeerd hebben. Zo heeft Viktor Wong al twee vrouwen gehad die nu alletwee door zijn, en heeft hij verschillende zonen en dochters. En hij is geen uitzondering. Een andere vierentwintig-jarige broer is nu met het buurmeisje van vijftien en heeft ook al een zoontje bij een ander, en is altijd op zoek naar een nieuw vuur. Vrouwenzotten zijn het. Maar, ze hebben wel een klein beetje gelijk, de vrouwen hier mogen er wel wezen...

Zo, is het dus, dat er weer vriendschappen gesmeed zijn. Banden geplakt en andere voorwerpen die niet te beschrijven zijn. Het zou voor mij ideaal geweest zijn, om hier met AFS terecht gekomen te zijn. Hier, waar het zonnetje altijd schijnt. Waar je permanent in u sletsen rondloopt in een t-shirtje zonder mouwen.

Manman, ik ga het mooie weer hier wel missen. Mooi weer maakt precies direct ook alles veel aangenamer. Maakt de mensen vriendelijker en aangenamer. Maakt eigenlijk alles wat een beetje onaangenaam is mooier.

Mooi weer, zo mooi.

vele groentjes en fruitjes
Mr Iljoski

woensdag 9 april 2008

Over bekerende joden, Jhonlenon, een dikkerdje en ander gespuis.

Beste geschrokkenen,
Mijn vorige post was uiteraard, hoe kan het ook anders, een beetje een uitgelopen 1april-grapje. Zo was ik juist op 1 april de laatste keer op het internet en juist die dag zijn we vertrokken en hebben we een hele trip ondergaan op plaatsen waar van internet nog lang geen sprake was, waar licht en elektriciteit maar een kwestie is van een paar uurtjes per dag en waar tonijn en rijst het dagelijkse eten is.

Maar eerst beginnen we bij het begin. Na de lange busreis dus.
De lange busreis is dus wel degelijk geëindigd, tot onze grote en blije verbazing want we zaten nog eens een uurtje vast daarna...
We kwamen dus aan in Chachapoyas, een stad in het begin van de jungle, een beetje het midden tussen Jungle en bergen. Hier bevinden zich vele Peru-wonderen die echt wel de moeite zijn en die we uiteraard bewonderd hebben, de hoofdzakelijke toch. Namelijk Kuelap, een oude ruïne van voor de Inca's nog en Gocta, de derde grootste waterval van de wereld. Twee dingen die echt wel serieus de moeite waren en die we volledig zonder toeristentour gedaan hebben, wat betekent veel geld uitgespaard.
Die tours trekken hier meestal toch op niet veel. 1 nadeel aan Chacha(zo noemden ze het daar) was dat alle transport heel moeilijk was, zo was er van de ene op de andere dag ineens geen doorgang meer ergens en konden vele mensen niet meer naar een bepaalde stad en waren ze dus verplicht daar te blijven. Ook was het er erg koud en voor de eerste keer in vele maanden heb ik weer een koude ervaren, zoals ik nog niet veel ervaren had. Maar erger zou het misschien nog worden. Wat nog opviel aan Chachapoyas is dat mensen er een erg raar accent hebben, ze spreken een soort Spaans met Russisch accent, vreemd maar wel grappig om te horen. Na een paar daagjes hier zijn we dus zonder problemen van deze plaats naar onze volgende stop geraakt. Tarapoto dus, vanwaar we de boot naar Iquitos zouden nemen. Eerst moesten we blijkbaar naar Neuva Cajamarca om daar de bus te nemen naar Tarapoto, een reis die natuurlijk langer duurde dan mensen ons hadden meegedeeld, het is hier dus zo dat als mensen je hier zeggen hoe lang een reis duurt, je er gerust wel een uurtje of misschien een uurtje en een half kan bijtellen.

Op weg naar Tarapoto, wat de vermoeidheid van het reizen verlicht, wel grappige mensen tegengekomen. Eerst op weg naar Neuva Cajamarca twee joden uit Lima tegengekomen die door de selva (jungle) van de ene stad naar de andere waren aan het gaan, om mensen te genezen van allerhande ziekten door hun geloof, zelfs aids, geloof het of niet. Ook deden ze, naar wat ze mij zeiden, aan orgaantransplantatie, zonder de hulp van dokters en zonder medische ervaring. Raar, leek het mij wel. Maar door te geloven is alles mogelijk. "Natuurlijk!", meneer de ninja-achtige jood met veel baard en weinig hoofdhaar...

In Tarapoto aangekomen, zijn we daar een nacht gebleven en hebben we uitgerust, toen was het 1 april. Die 1 april zelf vertrokken naar Yurimaguas, blijkbaar vertrokken de boten naar Iqtuitos vandaaruit en niet vanuit Tarapoto. Dat was natuurlijk weer een reis van een paar uur. Gelukkig werden we vergezeld door een lollige, iets te nieuwsgierige travestiet en een iets oudere reizer die ineens bij een tussenstop weg was, zo deed hij dat altijd, zei zijn compagnon. Het leek mij wel vreemd dat hij geen spullen bijhad. Maarja, wie heeft in godsnaam spullen nodig, als men gelooft. ;)

Vanuit Yurimaguas eindelijk op de boot naar Iquitos. Dat was de 2e april geloof ik. Daar een grappige dikkerd tegengekomen, die we blijkbaar te rap vertrouwd hebben. Zo stelde hij ons voor om met hem mee te gaan naar zijn geboortedorp omdat het daar erg mooi was en omdat het zogezegd veel goedkoper was. We zouden dus moeten afstappen op de eerste stop en daar meegaan met hem en zijn familie. Wij, betoverd door de woorden "veel goedkoper", de volgende morgen afgestapt. Daar toegekomen in een klein haventje, wat wel iets had in feite. Daar een bijna gratis ontbijtje gehad van familie van onze dikkerd en op het gemakje op de boot naar zijn geboortedorp, Jeberos gewacht. Na zo een paar uur gewacht te hebben, was hij daar. Uiteraard veel minder luxueus als onze boot van de vorige nacht. Eigenlijk bijna gewoon een boom op water. Maar wel een goed gemaakte boot op het water dan. Een pequepequepequepeque-bootje noemt dat blijkbaar. Péképéké uitgesproken. Daar eenmaal, leek het wel een aangenaam idee. Tot de god van de regen en de donder, Pechiepoenga, zijn duitje in het zakje, of ook wel zijn water in het péképéké'tje deed. En we zullen het geweten hebben en vooral gevoeld... Dit was dus de kou waar ik over sprak. Een kou, waarvan ik zelfs het bestaan niet meer vermoedde. Wanneer alles wat je aanhebt en ook wel hebt in uw rugzak nat wordt doordat je alleen maar een plastiek zak hebt om u te beschermen, is kou een omvermijdbaar kwaad. Omdat de temperatuur daar in de jungle wel nog meeviel, uiteindelijk in slaap gevallen. Het viel allemaal wel mee de volgende morgen, toen het opklaarde. Dat dachten we toch. Toen sloeg hij weer toe, mister regen... Erger zelfs, alles was dus in feite nog natter dan het al was. Eindelijk daar toegekomen, na 22 uur op onze boomstam, op zoek naar rust... Welverdiende rust.

Jeberos, blijkbaar, was eigenlijk niet zo speciaal. Maar de mensen waren wel gastvriendelijk en hebben zelf onze kleren gewassen en ons een slaapplaats aangeboden, waar we op het einde, zoals wij noodzakelijk vonden, toch wat geld voor bijeengebracht hebben. Er was namelijk iets raars aan de hand in dat dorpje, zo ver van de bewoonde wereld. Mensen hadden om te beginnen bijna alleen maar tonijn en rijst te eten, omdat het oogsten blijkbaar moeilijk gaat in die streken, vermoed ik. Toch het oogsten van basisbehoeften, zoals rijst, maïs en ander eten waarmee men runderen en ander beesten ook kan voeden. Bepaald fruit was er wel voldoende, maar daar heb je natuurlijk niet zomaar mee gegeten. Drie dagen daar geweest en drie dagen tonijn uit blik met rijst gegeten, plus op de péképéke... We zijn nog op zoek geweest naar een kip om klaar te maken maar tevergeefs, geen kippen te vinden. Blijkbaar leefden daar vele mensen van Yucca of in het nederlands cassave-wortel en een soort mengsel daarvan klaargemaakt.
Triestig dorpje wel, mensen deden er in feite ook helemaal niets. Werken was er niet aan de orde. Ik denk dat als mensen een te kort hebben aan eten en onderwijs, ze lui worden en niet veel energie hebben. Misschien heb ik het fout gezien, maar er was wel iets serieus mis aan het dorpje. Zo was alcohol er wel overal te verkrijgen, waar wij door de verveling weleens van geprofiteerd hebben, met mate natuurlijk...

Met een raar gevoel daar vertrokken. Beetje leeg van binnen op de boot terug gestapt naar het havenplaatsje, Lagunas. Gelukkig was de terugreis helemaal niet zo lang en in een min of meer comfortabele boot. Daar terug, wisten we niet goed wat te denken, hadden we nu tijd verloren, of iets bijgeleerd? Alles positief bekijkend besloten we het laatste. Na even uit te rusten en weer grappige mensen tegengekomen te zijn, onder andere een interessante man die veel wist en die zijn zoon John Lennon had genoemd, hij wist spìjtig genoeg niet hoe het te schrijven en op het paspoort van zijn zoon stond dus Jhonlenon. Misschien een idee voor mijn kindje met Karina? ;) (1 april) De volgende nacht de tweede keer de boot op naar Iquitos en de nacht daarna toegekomen in Iquitos. Waar we ons nu bevinden en logeren bij erg vriendelijke mensen.

Eindelijk in Iquitos, wat eigenlijk onze tweede stop moest zijn. Maar een paar tussenstops kan nooit kwaad. Ook omdat er een overschot aan tijd is. Zo keren we op 5 juni terug naar België. "Zoveel tijd bijgekomen?" Vraagt u zich waarschijnlijk verbaasd af. "Nu moet ik nog eens twee maand die lieve Ilja missen, mij zorgen maken en aan niets anders denken..." denkt u misschien ook wel. Ja, is dus het antwoord. "Waarom, dan?" vraagt u zich misschien af. Wel, eigenlijk wouden we de datum van 10 april verleggen met een maandje om goed te kunnen reizen, maar omdat we nooit in Lima zijn geraakt, was heel de maand mei volzet en zat er niets anders op dan ofwel op 10 april terug te keren of begin juni. Begin juni leek ons een goed idee dus omdat we dan goed veel konden zien en onze tijd ervoor nemen. Maar het kan ook zijn dat we al in mei terugkeren, omdat we op de wachtlijst staan. Laten we het hopen, want 5 juni is wel nog erg ver weg.

Maak jullie geen zorgen, ik let wel op mezelf en zal geen kindjes maken, beloofd.

Hou jullie goed.
Ilja

dinsdag 1 april 2008

Verplichtingen enzo.

Beste mensen,
ik zou jullie graag vertellen over wat ik hier de laatste dagen van schoons heb gezien, welke grappige mensen ik ben tegengekomen en al mijn andere avonturen.
Maar, op dit moment zijn er andere prioriteiten.

Zo is er eigenlijk iets dat ik jullie wil meedelen, iets dat mijn leven serieus zal veranderen, en dat misschien ook wel een beetje een inpak op een paar onder jullie zal hebben. Ik heb hier namelijk een serieus probleem. Of laten we het misschien eerder een verplichting aan mijzelf noemen.

Het begon allemaal toen ik nog in Trujillo zat. Daar ging ik dus met mijn afs-kameraden en kameradinnen graag eens weg. Er is daar ook wel een aangename discotheek die Mecano noemt. Nu, op een zaterdag, één van mijn eerste zaterdagen daar, gingen we daar dus heen. Ik, nog niet bekend met het uitgaansgegeven in Peru, werd op een bepaald moment, uitgenodigd om te dansen. Door een aantrekkelijk meisje dan nog wel. Uiteraard, bakte ik er niets van, want vergis u niet, het is niet makkelijk als je er niet bekend mee bent, zo latino-dansen. Het meisje zag blijkbaar iets in mij, want ze werd niet afgeschrokken door wat ik niet kon. Ze was zelfs bereid het mij wat te leren. Ik vond dit natuurlijk erg aangenaam en vroeg naar haar naam. Karina, noemde ze. Mooie naam, mooi meisje en een goed ritmegevoel. Ik bevond mij ineens hoog boven de wolken, zwevend op een plaats waar geen slechte dingen bestaan, alleen ik en ja Karina natuurlijk.

Nuja, zoals dat wel eens gaat met mensen die klikken, kwam van het één het ander en voor ik het wist bevond ik mij op een plaats nog hoger boven de wolken en was er een kus. En wat voor één... Blijkbaar vond zij het ook aangenaam en wou ze mij beter leren kennen. Spijtig genoeg moest ik op dat moment door en gaf ze dus haar gsm-nummer. Ik "moest" haar bellen da volgende dag, zei ze. Ik, die nacht op wolkjes naar huis waarna ik nog nooit zo goed geslapen had.

Goed, de volgende dag, zodra ik op stond zo rap mogelijk gebeld, en ja ze was mij nog niet vergeten. Ik, direct afgesproken en die middag zaten we lekker cebiche te eten met ons twee. Zo had ik de weken die volgden af en toe zo een afspraakje met Karina. En van het één komt ook het ander en van het ander komt nog meer.

Dusja, ik moet er geloof ik geen tekeningetjes bij maken.

Na een weekje of drie, geraakte ik spijtig genoeg mijn gsm kwijt, weg nummer van Karina. Weg Karina. Ik kon haar dus niet meer bellen en zij mij ook niet omdat ze alleen het nummer van mijn gsm had die kwijtgeraakt was.
Ik, heel erg triestig, uiteraard, het beetje extra was verdwenen uit mijn leven. Het snuifje zout ontbrak aan mijn omeletje. Het schuim ontbrak aan mijn pintje. Weg vuur.

Ik, dus onrustig, overal op zoek naar Karina, naar mijn Karina, tevergeefs, ik heb haar niet meer gezien. Totdat ik voor een paar dagen terugkwam naar Trujillo, om spullen op te halen en ik een vriend belde om voor de laatste keer mecano te bezoeken in de hoop Karina nog eens te zien. Enja, daar stond ze, mooier dan ooit,
met een wit kleedje aan, wat een perfect contrast gaf met haar bruine huid, ze leek wel uit een andere wereld te komen. Mijn vuurtje was weer aangewakkerd, meer dan ooit zelf. We vlogen in elkaars armen. Het leven leek mooier dan ik ooit kon denken.

Spijtig genoeg moest ik de volgende dag weg en kon ik niet in Trujillo blijven omdat ik geen plaats had waar ik kon blijven. Het werd dus een zwaar afscheid de volgende dag waar ik nog altijd niet goed van ben. Nuja, ik ging haar op de hoogte houden en er werden nummers en e-mails uitgewisseld. Ik beloofde haar zelf dat ik misschien wel eens zou terugkomen, alleen voor haar.

Toen ik terug in Piura was, bedacht ik dat dat eigenlijk niet zo een goed idee was, omdat ik na een paar maanden toch terug naar België moest en dus was het misschien slimmer geweest gewoon voor altijd afscheid te nemen. Ik deed dus met pijn in mijn hart het contact vervagen en ik vergat haar zelfs bijna.

Tot vandaag dus. Vandaag kreeg ik dus een telefoontje van haar met de boodschap dat ze in verwachting is en dat haar ouders dus verwachten dat ik met haar moet trouwen en bij haar kom inwonen. Ik, die wel vind dat wanneer ge uw gat verbrandt ge ook op de bladeren moet zitten heb dus vandaag besloten om op haar verzoek in te gaan, te trouwen en hier te blijven. Ik ben van het principe dat je de consequentie's van uw daden moet dragen.

Dus, lieve mensen, met spijt in het hart moet ik jullie meedelen, dat ik hier wel nog even zal blijven omdat ik hier mijn verplichtingen heb en omdat diegene van wie ik hou hier zit, met een kind van mij. Maar, wie weet breng ik haar op een dag mee en vestigen we ons wel in onze mooie Gentse stad. En ik verzeker jullie, wie haar zal zien, zal mij volledig begrijpen en mij zelf gelijk geven.

Tot ziens,
Ilja